Materiaalcertificaten en EN1090

De nieuwe EN1090 reglementering hecht veel belang aan materiaalcertificaten. In EXC2 waarvoor Alinco gecertifieerd is, wordt samengevat verlangd dat alle materialen bij inkoopontvangst beschikken over een materiaalcertificaat; een 2.2 voor staal en een 3.1 voor inox. Iemand die een CE label aanbrengt op zijn producten of en DOP aflevert, attesteert daarbij impliciet dat zijn materiaalcertificatenbeer in orde is.

Vanaf EXC3 gaat men nog een stapje verder. Vanaf die klasse moet elk stuk binnen je atelier individueel traceerbaar zijn.

 

 

In de plaatverwerking is het zeker niet gebruikelijk dat er bij elke bestelling materiaalcertificaten worden opgevraagd, maar mits een kleine kost kan het. Aangezien Alinco alvast voor platen een volledig traceringssysteem heeft dat een materiaalcertificatenbeheer omvat, worden bij elke laserplaat automatisch alle bijhorende certificaten per laseronderdeel gelinkt. Als u dan – weliswaar op voorhand – een materiaalcertificaat vraagt, checken wij de plaat nog eens extra op de overeenkomst met het smeltnummer op het certificaat. Meestal klopt dit wel, maar Alinco vertrouwt bij het automatisch systeem blindelings op haar leveranciers. Voor de 12.5 euro die wij dus extra vragen per materiaalcertificaat krijgt u dus de extra controle en uiteraard het extra administratieve werk want het certificaat dient dan uiteraard altijd nog verstuurd te worden.

Alinco heeft bijgevolg weliswaar een EXC2 behaald, maar volgt op het vlak van certificaten eigenlijk de reglementering van EXC3. De reden waarom wij ons (voorlopig althans) niet voor EXC3 laten certifiëren is omdat wij eerst de markt wat willen afwachten wat het geeft. De vereisten omtrent lasprocedures zijn in EXC3 veel zwaarder en veel kostelijker om te dragen, zodat we eigenlijk eerst willen afwachten of dit voor Alinco eigenlijk wel zin heeft om ons EXC3 te laten certifiëren.

Karine De Bie